Een huishouden van Jan Single
Koffiekopjes van een volle week staan op het aanrecht. Kleding ligt in een hoek, de hoek van het goed dat naar de stomerij moet. Het kastje waarin de koffie staat, ligt helemaal vol koffie en het deurtje ligt eraf.
Op een grappende wijs maken de mensen die bij mij over de vloer komen, er opmerkingen over. Of ik weleens een doekje over het aanrecht haal. (Ja hoor, iedere dag) Of ik gewoon telkens nieuwe kleding aandoe. (Ik draai heus weleens een wasje!) Mijn huis gewoon past bij mijn gemoedstoestand: rommelig maar opgewekt.
Tegenover mij woont een vrijgezelle vrouw. Ze is ook alleen. In de avond zie ik haar soms naar binnen gluren. Dan zit ik op de bank en dan zie ik vanuit mijn ooghoek dat ze weer voor het raam staat. Als ik dan opkijk dan schiet ze meestal weg. Soms zwaait ze. Ik vind dat best grappig. Maar verwacht ze dat ik terugzwaai wanneer zij zwaait? En dan? Dan wil ze waarschijnlijk een keer koffie komen drinken? Zo lekker onverwacht? Gedoe.
Ach, ik weet het wel. Ik moet de boel gewoon een keer weer onder handen nemen. Die kopjes niet op laten stapelen. Maar ik denk er gewoon niet aan. Ik zie het pas als anderen er iets van zeggen. Af en toe schiet een vriendin te hulp. Ze dirigeert dan wat ik moet doen en als het dan allemaal aan de kant is, dan is dat het ook goed opgeruimd. Erg prettig. Achteraf dan. Ik ga het gewoon niet doen in mijn eentje.
Iets anders wat ik eigenlijk ook nooit doe in mijn eentje: koken. Ik kook nooit voor mezelf. In het laatste half jaar heb ik twee keer gekookt. In de supermarkt is niks te vinden wat geschikt is voor één persoon, behalve de opwarmmaaltijden. Koken en eten, je bent er zo lang mee bezig. Liever neem ik een pil zodat je meteen in één keer de vitaminen binnen hebt. Lekker praktisch.
Koken en eten in een groep is ook niet alles, schijnt. Een vriendin, die al jaren in een woongroep woont, vertelde mij onlangs dat het eten binnen de groep soms ook wel ‘een dingetje’ is. Zo nu en dan heeft ze geen zin om ‘gezellig’ met z´n allen in de keuken te gaan staan en gezamenlijk te eten. Ze haalt dan een opwarmmaaltijdje uit de supermarkt. De pling van de magnetron rond etenstijd verraad haar stiekeme éénpersoonshap. Het resterend bewijsmateriaal stopt ze extra diep weg in een vuilniszak. De gêne rondom de magnetronmaaltijd. Want waarom eet je niet samen als je met z´n vieren bij elkaar woont? “Toch de behoefte aan de privacy van in je eigen sfeer eten.”, verklaart die vriendin.
Nu de feestelijke decembermaand is begonnen, weet ik mij gegarandeerd van etentjes buitenshuis. Op Pakjesavond schuif ik aan bij mijn zus en haar gezin. Meestal maakt mijn zusje zo veel te eten klaar, dat ik altijd een paar volgestouwde Tupperware bakjes mee naar huis moet nemen. Ook gedurende de rest van de maand hoef ik mij niet te bekommeren over voedsel en huishouding; mijn agenda staat vol met etentjes bij vrienden en familie.